Zeeland kweekt minimossel

Over enkele jaren wordt het wellicht mogelijk om het hele jaar door Zeeuwse mosselen op tafel te krijgen. In Yerseke werd immers een laboratorium opgericht om minimosselen te kweken. Van het zaad van één schelpdier kunnen ze tachtig keer meer mosselen kweken dan in de natuur. Zo zal het bedrijf ‘Roem van Yerseke’ ook in mei, juni en juli echte Zeeuwse mosselen kunnen leveren.

In het laboratorium worden de miljoenen embryo’s van de mosselen opgevangen met een fijne zeef. De initiatiefnemers stellen daarbij de natuur te simuleren, waardoor de mosselen verscheidene keren per jaar kunnen paaien. In de natuur overleeft bovendien amper één procent van alle zaad, terwijl de rest sterft of wordt opgegeten door vogels. In de kweekbakken zou liefst 80 procent van het zaad overleven.

De minimossel is nog te klein om uitgezet te worden in de Oosterschelde. Daarvoor moeten ze 1,5 centimeter groot zijn, net zoals de natuurlijk gekweekte mosselen. Om het mosselzaad tot die grootte te laten groeien, hebben de telers echter enkele duizenden hectare zee nodig, terwijl ook nog onderzocht moet worden hoe de labmossel zal reageren op de echte natuur.

Aan de gekweekte mossel zal wel een extra prijskaartje hangen.