Godiva moet minstens één miljard dollar kosten
De geschiedenis van Godiva-chocolade gaat terug tot de jaren twintig van de vorige eeuw. In Brussel opende de familie Draps toen een atelier voor snoep en chocolade. Zoon Joseph Draps stapte op 14-jarige leeftijd ook in de zaak. Hij werkte zich vervolgens op tot meester-chocolatier en zette samen met zijn vrouw een eigen lijn op die hij noemde naar de dappere Engelse lady Godiva.
Kort daarop opende hij een eerste eigen winkel op de Grote Markt in Brussel. Na de tweede wereldoorlog groeide er langzaam een markt voor luxeproducten en in 1958 opende Godiva een eerste winkel in het hartje van Parijs. Acht jaar later vonden de Belgische pralines ook hun weg over de Atlantische Oceaan. Godiva sloeg daarvoor de handen in elkaar met het Amerikaanse voedingsbedrijf Campbell, dat daarvoor een apart distributiebedrijf opzette.
In 1974 nam Campell de Belgische chocolatier helemaal over. Sinds 1968 heeft Godiva twee fabrieken waar de beroemde pralines gemaakt worden. Eén bevindt zich in het Amerikaanse Pennsylvania en één in het Belgische Koekelberg. De Belgische fabriek produceert ongeveer twee miljoen kilo chocolade per jaar, waarvan 80 procent bestemd is voor export.
0 Comments:
Post a Comment
Subscribe to Post Comments [Atom]
<< Home