Bier wordt vooral exportproduct

De export van de Belgische brouwers steeg het voorbije jaar met 15 procent tot een nooit gezien volume van 10 miljoen hectoliter. Dat ging gepaard met een productiestijging van 6 procent. In eigen land moet de sector het echter met dalende omzetten stellen. Vorig jaar dronk de gemiddelde Belg voor het eerst minder dan 90 liter per jaar, waardoor de export inmiddels belangrijker is geworden dan de thuismarkt.

De Belgische biersector boekte vorig jaar een omzet van 1,79 miljard euro, tegenover 1,84 miljard euro het jaar voordien. Die daling is te wijten is aan het stijgende belang van de uitvoer. "In de buitenlandse verkopen worden de accijnzen niet meegerekend,” aldus de Federatie Belgische Brouwers. "Maar dat verandert niets aan de netto-inkomsten van de brouwerijen.”

De uitvoer van Belgisch bier wint al geruime tijd aan belang, maar pas vorig jaar werd de export ook belangrijker dan de thuismarkt. In totaal is nu 55 procent van de Belgische bierproductie bedoeld voor de buitenlandse markt. De Belg zelf drinkt nog gemiddeld 89 liter bier per jaar, tegenover 91 liter het jaar voordien en nog bijna 100 liter in het begin van dit decennium.

Deze evolutie is te wijten aan onder meer de strengere alcoholwetgeving en de stijgende populariteit van andere dranken. Maar steeds meer brouwers gaan zich ook focussen op het buitenland. Veel kleine brouwers – zoals Affligem, Achouffe of Lindemans – voeren nu al de helft tot driekwart van hun bier uit. Uit de cijfers van de sector blijkt verder dat de Belgische brouwers samen vorig jaar 150 miljoen euro hebben geïnvesteerd.